
TWIJFELS OVER INVESTERINGSBESLUIT TOTALENERGIES
| united news | Door: Redactie
Foto: Patrick Pouyanné, de topman van TotalEnergies. | Auteur: Armand Snijders Voor het einde van dit jaar moet TotalEnergies komt met de zogeheten Final Investment Decision (FID) Daarmee zou de oliewinning voor de kust van Suriname vanaf 2028 eindelijk van start zal gaan.
Vooral president Chandrikapersad Santokhi zal in dat geval een vreugdesprongetje maken, want het kan wat hem betreft niet snel genoeg gaan. Van de voorzichtige reserves die TotalEnergies-baas Patrick Pouyanné onlangs opeens opwierp, wil hij niets weten. Maar hoe groot is de kans dat de Franse oliemultinational zich op het laatste moment alsnog terugtrekt en Suriname de deksel op
Suriname heeft het echter niet in de hand of die FID werkelijk gaat komen. Investeerders in Surinaamse olie- en gassector wachten daar ook ongeduldig op. In eerste instantie zei TotalEnergies al in 2022 de seinen op groen te zullen zetten waardoor reeds volgend jaar de oliedollars – ook voor Suriname – rijkelijk zouden gaan vloeien. Maar dat werd iedere keer uitgesteld en nu wordt de FID eind dit jaar verwacht, waardoor de olie pas in 2028 naar boven komt.
Iedereen in Suriname hoopt dat de FID er nu werkelijk komt. Maar alleen de ras-optimisten zijn er heilig van overtuigd
Hoe anders was zijn verhaal tijdens een conferentie voor beleggers in februari van dit jaar, waarbij hij liet doorschemeren dat “uitstel van de eerste offshore-olie-ontwikkeling in blok 58 tot de reële opties van TotalEnergies behoort”.
Kostenbeheersing is van het grootste belang en daarom wordt volgens hem naar verschillende opties gekeken. “De olie zal niet verdwijnen. Dus als ik een project moet uitstellen, kunnen we even wachten”, zo zei hij, zonder expliciet aan te geven of en waar hij dat zou doen.
Maar zijn woorden zorgde uiteraard voor onrust in Suriname, waar met name de regering zit te popelen on de eerste oliedollars te kunnen bijschrijven om het land uit de crisis te halen. Want dat lukt tot nu toe nog niet echt en de samenleving moppert daarover steeds meer. Zo’n zevenhonderd miljoen vaten olie leggen klaar om opgepompt te worden. Dat klinkt veel maar valt flink in het niet bij de minimaal elf miljard vaten die buurland Guyana heeft te bieden. En dat aantal zal de komende maanden alleen maar groeien.
En momenteel is het Afrikaanse Namibië dé hotspot van TotalEnergies. De multinational heeft daar – samen met Shell – in het zogeheten Venus-blok maar liefst drie miljard vaten hoogwaardige olie aangetroffen. Dat is ruim vier keer zoveel als in Blok 58 in Suriname en bovendien maar uit één enkele bron. Daar verbleekt de Surinaamse voorraad bij.
De Indiase minister van Petroleum, Hardeep Singh Puri, zei vorige week tegenover The Economic Times dat zijn land momenteel gesprekken voert met Guyana en Namibië én Suriname over oliesamenwerking. In het interview was Suriname echter de onderliggende partij, de bewindsman sprak vooral enthousiast over Guyana en Namibië.
India is ‘s werelds derde grootste olie-importeur en -verbruiker en overweegt een meerjarige overeenkomst voor de aankoop van olie met Guyana. Ondertussen onderzoeken India en Namibië mogelijkheden met betrekking tot olie- en gas-samenwerking. Tijdens zijn bezoek aan Namibië zei de Indiase minister van Buitenlandse Zaken, Subrahmanyam Jaishankar, vorig jaar dat er een duidelijk beeld is van de mogelijkheden voor beide landen. “Nauwere samenwerking op het gebied van energie, inclusief olie en gas, groene waterstof en zonne-energie”, aldus de bewindsman.
Met Suriname is India nog lang niet zover. Zoals ook andere partijen die willen samenwerken en investeren voorlopig een afwachtende houding aannemen en vooral uitkijken naar de FID. Alle ballen liggen daarom nu bij TotalEnergies en Pouyanné. Die overigens in een interview met de Financial Times van 27 augustus vorig jaar over de toekomst van zijn bedrijf, dus kort voor zijn ontmoeting met Santokhi, Suriname niet eens noemde. Zijn focus is vooral gericht op Namibië, zo zei hij onomwonden. “We hebben daar veel olie in huis.”
Dus het is logisch dat het bedrijf, indien het keuzes zou moeten maken, eerst voor Namibië kiest. En dat Suriname eventueel – en als de situatie daar om vraagt – weer wat uitgesteld wordt, wat tot afgrijzen van de regering zal zijn. TotalEnergies kan echter niet worden gedwongen om voor het eind van het jaar een definitief besluit te nemen. Wat dat betreft zijn we volledig overgeleverd aan de grillen van de Fransen en afhankelijk van andere externe factoren.
Maar het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat TotalEnergies helemaal zal afzien van het opstarten van haar activiteiten voor de Surinaamse kust en daar – volgens eigen zeggen – negen miljard US dollar in gaat investeren. Want ook hier zal dat terugverdiend worden, want de oliedollars – waar Pouyanné en de aandeelhouders die hij vertegenwoordigt dol op zijn – liggen voor het oprapen. Hooguit zullen Surinamers nog even met hun benen op de grond moeten blijven en wat meer geduld moeten opbrengen.
ANALYSE
| united news | Door: Redactie